ECLI:NL:CRVB:2012:BX2231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante A. te B. tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de afwijzing van een WIA-uitkering, waarbij het Uwv heeft vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapporten van de bezwaarverzekeringsarts en bezwaararbeidsdeskundige voldoende onderbouwing boden voor het bestreden besluit.
Appellante heeft in hoger beroep herhaald dat haar lichamelijke klachten onvoldoende zijn meegewogen en dat de door de bezwaararbeidsdeskundige gehanteerde functies niet geschikt voor haar waren. Ter ondersteuning van haar standpunt heeft zij een rapport van haar medisch adviseur, M.M.F. Timmerhuis, ingediend. Dit rapport stelt dat onvoldoende rekening is gehouden met de belastbaarheid van haar linkerbeen. Het Uwv heeft hierop gereageerd en betwist dat de bezwaarverzekeringsarts onvoldoende rekening heeft gehouden met de belastbaarheid.
De Raad heeft de argumenten van appellante en het Uwv zorgvuldig gewogen. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het onderzoek van de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig is uitgevoerd en dat de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts een deugdelijke basis vormen voor het vaststellen van de functionele beperkingen van appellante. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.