ECLI:NL:CRVB:2012:BX2230
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische onderbouwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, A. te B., tegen de beslissing van het Uwv om haar Wajong-uitkering te weigeren. De weigering was gebaseerd op het feit dat appellante per 11 mei 2008, een jaar voor de aanvraag, en tijdens haar 17e en 18e levensjaar minder dan 25% arbeidsongeschikt was. Appellante heeft een stoornis van Asperger en Attention Deficit Disorder, maar heeft in hoger beroep haar standpunt over haar beperkingen niet met medische bescheiden onderbouwd. Ze heeft ook geen verwijzing naar een medicus gegeven die haar opvatting ondersteunt.
De rechtbank Groningen had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. Appellante voerde aan dat de rapportage van de bezwaarverzekeringsarts geen juist beeld gaf van haar gezondheid en dat de rechtbank onvoldoende rekening had gehouden met haar opleidings- en werkervaringen. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank de gronden van appellante op juiste wijze had beoordeeld en dat de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en bezwaararbeidsdeskundige zorgvuldig waren opgesteld.
De Raad concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat de rapportages inconsistenties vertoonden of niet concludent waren. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en ondertekend door J. Brand, met Z. Karekezi als griffier.