ECLI:NL:CRVB:2012:BX1605
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omzetting van loongerelateerde uitkering naar vervolguitkering en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de omzetting van een loongerelateerde uitkering naar een vervolguitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.L. Wittensleger, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar loongerelateerde uitkering per 2 april 2009 heeft omgezet naar een vervolguitkering. Dit besluit was gebaseerd op verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige rapporten.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het bestreden besluit op een deugdelijke medische en arbeidskundige grondslag was gebaseerd. In hoger beroep heeft appellante haar standpunt herhaald, met de beperking dat zij betwistte dat de geselecteerde functies voor haar passend waren, uitgaande van de Functionele Mogelijkheden Lijst van 28 februari 2011.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank de argumenten van appellante afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De uiteenzetting van appellante ter zitting, waarin zij haar ongeschiktheid voor de geselecteerde functies uiteenzette, werd niet onderbouwd met deskundigenrapporten en deed geen afbreuk aan de rapporten van de bezwaararbeidsdeskundige. De Raad concludeert dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.