ECLI:NL:CRVB:2012:BW9937
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- J. Brand
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van een eerder besluit inzake Wajong-uitkering
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een eerder besluit van 23 januari 2007, waarin haar Wajong-uitkering was geweigerd. Het Uwv had het bezwaar van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna het besluit in rechte onaantastbaar werd. Appellante heeft op 8 oktober 2008 opnieuw een Wajong-uitkering aangevraagd, welke aanvraag door het Uwv werd aangemerkt als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit. Het Uwv handhaafde bij besluit van 26 april 2010 zijn eerdere beslissing, omdat er volgens hen geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de door appellante aangevoerde gronden geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden betroffen, en dat de medische gegevens die zij in hoger beroep had overgelegd, niet relevant waren voor de beoordeling van het eerdere besluit. Appellante heeft in hoger beroep dezelfde gronden herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen.
De Raad benadrukte dat nieuwe feiten ingevolge artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij de aanvraag of in bezwaar moeten worden vermeld, en dat feiten die pas in de fase van beroep of hoger beroep naar voren worden gebracht, niet in de beoordeling kunnen worden meegenomen. Gelet op deze overwegingen werd het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.