ECLI:NL:CRVB:2012:BW7762

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6380 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WWB

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder door de Raad op 27 maart 2012 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hogerberoepschrift niet tijdig zou zijn ingediend. De gemachtigde van appellant, mr. S. van Andel, heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak. In het verzetschrift werd aangevoerd dat het hogerberoepschrift mogelijk op 25 oktober 2011 om 20.18 uur per fax was ingediend, gebruikmakend van een faxnummer van de Raad dat niet tot de griffie van de Raad behoort. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat er ruimte is voor de mogelijkheid dat het hogerberoepschrift tijdig is ingediend. Dit is in lijn met het recht op toegang tot de rechter, zoals verankerd in artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad heeft daarom het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 27 maart 2012 vernietigd en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien om proceskosten te veroordelen.

Uitspraak

11/6380 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam 30 augustus 2011, 11/3185 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
Datum uitspraak 7 juni 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 maart 2012 heeft de Raad het door appellant tegen de aangevallen uitspraak ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 heeft mr. S. van Andel, advocaat, verzet gedaan.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Gelet op hetgeen de gemachtigde van appellant in het verzetschrift heeft aangevoerd, is de Raad van oordeel dat de gebleken feiten en omstandigheden van dit geval de mogelijkheid openlaten dat het hogerberoepschrift bij faxbericht van 25 oktober 2011, 20.18 uur, is ingediend met gebruikmaking van een faxnummer van de Raad dat niet een van de faxnummers van de griffie van de Raad is. De door de gemachtigde van appellant bij het verzetschrift gevoegde stukken, die ten tijde van de uitspraak van 27 maart 2012 bij de Raad niet bekend waren, zijn daarvoor doorslaggevend. Het in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden verankerde recht op toegang tot de rechter vergt dat de rechtzoekende in een dergelijke situatie het voordeel van de twijfel krijgt.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 27 maart 2012 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad in dit geval geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 juni 2012.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
GdJ