ECLI:NL:CRVB:2012:BW7238

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2384 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van WAO-uitkering na afwijzing verzoek arbeidsongeschiktheidsuitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om een arbeidsongeschiktheidsuitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had in een besluit van 12 februari 2010, na bezwaar, zijn eerdere afwijzing gehandhaafd, omdat niet was aangetoond dat de appellant vanaf 9 december 1982 onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest voor een periode van 52 weken.

De rechtbank had in haar uitspraak van 23 maart 2011 het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden die in beroep waren aangevoerd, afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze gronden niet slagen. De appellant had in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht die de eerdere afwijzing konden onderbouwen.

De Raad heeft zich verenigd met het oordeel van de rechtbank en heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van K.E. Haan als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2012.

Uitspraak

11/2384 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 maart 2011, 10/1365 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak 1 juni 2012.
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 mei 2012. Appellant is verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Anandbahadoer.
OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 12 februari 2010 (bestreden besluit) heeft het Uwv, beslissend op bezwaar, gehandhaafd zijn besluit tot afwijzing van appellants verzoek om een arbeidsongeschiktheidsuitkering, omdat niet is gebleken dat appellant vanaf 9 december 1982 niet voor 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest.
2. De rechtbank heeft op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft in hoger beroep naar voren gebracht hetgeen hij reeds in beroep naar voren heeft gebracht. Er zijn geen nieuwe gezichtspunten aangevoerd ter zake van zijn stelling dat hij vanaf 9 december 1982 de voor hem geldende wachttijd heeft volbracht.
4.1. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de gronden die in beroep zijn aangevoerd en in hoger beroep zijn herhaald afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad heeft hieraan niets toe te voegen en verenigt zich met het oordeel van de rechtbank.
4.2. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van K.E. Haan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 juni 2012.
(get.) J. Brand.
(get.) K.E. Haan.
KR
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par J. Brand résence de K.E. Haan en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 1 juin 2012.