ECLI:NL:CRVB:2012:BW5681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- J. Brand
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Herziening kinderbijslag en terugvordering door de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de herziening van de kinderbijslag en de terugvordering daarvan door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De Svb had in 2009 besloten dat appellante met ingang van het vierde kwartaal van 2004 recht had op enkelvoudige kinderbijslag voor haar kinderen, maar had ook een terugvordering ingesteld van € 6.260,58 wegens ten onrechte uitbetaalde kinderbijslag over de periode van het eerste kwartaal van 2004 tot en met het eerste kwartaal van 2008. Daarnaast was er een boete van € 627,- opgelegd aan appellante omdat zij niet had doorgegeven dat de kinderen tot het huishouden van haar partner behoorden.
Appellante had bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ook ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 10 februari 2012 heeft de Svb echter aangegeven niet langer te persisteren bij de juistheid van het bestreden besluit. De gemachtigde van appellante heeft zich hierbij aangesloten en verzocht om uitspraak te doen.
De Raad heeft vastgesteld dat de Svb de bestreden besluiten niet langer handhaaft, omdat de herziening van het recht op kinderbijslag geen grond vindt in de Algemene Kinderbijslagwet. De Raad heeft het beroep gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit vernietigd, en de besluiten van 16 en 23 maart 2009 herroepen. Tevens is de Svb veroordeeld in de kosten van de bezwaarprocedure en tot vergoeding van de wettelijke rente over de ten onrechte ingevorderde kinderbijslag. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 1.403,-, inclusief het griffierecht van € 153,- dat aan appellante moet worden vergoed.