ECLI:NL:CRVB:2012:BW2947

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/2469 TW-R e.a.
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake kostenvergoeding in bezwaar door het Uwv

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 april 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 11 november 2011. Het verzoek tot rectificatie werd ingediend door mr. D. Schaap, advocaat van de betrokkenen, die meende dat er een kennelijke fout in de eerdere uitspraak was gemaakt. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het verzoek om rectificatie. Na beoordeling van de ingediende reacties heeft de Raad vastgesteld dat er inderdaad onjuistheden waren in de overwegingen met betrekking tot de gemaakte kosten in bezwaar.

De Raad heeft besloten om het verzoek om rectificatie deels toe te wijzen. In de gewijzigde uitspraak is vastgesteld dat de kosten die betrokkenen [5] en [7] in verband met de behandeling van het bezwaar hebben gemaakt, niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat het verzoek daartoe te laat is ingediend. Evenzo is vastgesteld dat betrokken [23] geen verzoek om vergoeding van kosten heeft ingediend, waardoor ook dit verzoek niet kan worden toegewezen. Voor de overige betrokkenen [20], [30] en [34] heeft de Raad wel besloten om de kosten van rechtsbijstand te vergoeden, vastgesteld op € 644,- per betrokkene.

De rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarbij de oorspronkelijke uitspraak is verwijderd. De Raad heeft de uitspraak gedaan in een meervoudige kamer, met de leden M.M. van der Kade, T.L. de Vries en H.J. Simon, en in aanwezigheid van griffier H.L. Schoor. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 april 2012.

Uitspraak

04/2469 TW-R e.a.
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 11 november 2011, 04/2469 TW e.a.
Partijen:
1. de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).
2. de in de bijlage genoemde personen, allen wonende te Turkije (betrokkenen).
Datum uitspraak: 13 april 2012
I. PROCESVERLOOP
Namens betrokkenen [20], [30], [34], [5], [7] en [23] heeft mr. D. Schaap, advocaat, de Raad bij faxbericht van 14 november 2011 medegedeeld van mening te zijn dat de uitspraak van 11 november 2011 een kennelijke fout in de dragende overwegingen of in de beslissing bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak.
Partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad stelt vast dat het namens betrokkenen gedane verzoek moet worden opgevat als een verzoek om rectificatie van de in rubriek I genoemde uitspraak.
2. Vastgesteld wordt dat in de overwegingen ten aanzien van de gemaakte kosten in bezwaar en in de beslissing van 11 november 2011 onjuistheden staan vermeld.
3.1. De Raad ziet hierin aanleiding het verzoek om rectificatie deels in te willigen en wijzigt de uitspraak van 11 november 2011 als volgt.
3.2. Pagina 7 overweging 6.3 wordt vervangen door 6.3 tot en met 6.5, luidend:
“6.3. De Raad zal, met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in verbinding met artikel 7:15, tweede tot en met vierde lid, van de Awb, het Uwv veroordelen in de kosten die betrokkenen [20], [30] en [34] in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken, begroot op
€ 644,- voor verleende rechtsbijstand per betrokkene.
6.4. Het verzoek om veroordeling in de kosten die betrokkenen [5] en [7] in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken komt niet voor toewijzing in aanmerking, aangezien het verzoek daartoe is gedaan nadat het Uwv op het bezwaar heeft beslist. Evenmin komt voor toewijzing in aanmerking het verzoek om veroordeling in de kosten die betrokkene [23] in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, nu niet is gebleken dat de gemachtigde bezwaar heeft gemaakt.
6.5. Met betrekking tot de kosten die de overige betrokkenen in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken, stelt de Raad vast dat in de bezwaarfase niet om vergoeding van de kosten is gevraagd, zodat deze – gelet op artikel 7:15, derde lid, van de Awb – reeds hierom niet kunnen worden vergoed.”
3.3. Pagina 8, onder III. BESLISSING: (…)
Veroordeelt het Uwv in de kosten van bezwaar van betrokkenen [20], [30] en [34] tot een bedrag van € 644,- per betrokkene;
4. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het LJN-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Rectificeert zijn uitspraak van 11 november 2011, 04/2469 TW e.a. als onder overweging 3.2 en 3.3 is aangegeven.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, T.L. de Vries en H.J. Simon als leden, in tegenwoordigheid van H.L. Schoor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 april 2012.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) H.L. Schoor.
TM