ECLI:NL:CRVB:2012:BW2826
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag bijstandsuitkering en de gevolgen van incomplete documentatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van appellant voor bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant, die als zelfstandige werkzaam was, had zijn bedrijf failliet laten verklaren en diende op 18 januari 2010 een aanvraag in voor bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verzocht appellant om voor 28 januari 2010 een aantal documenten in te dienen, met de waarschuwing dat de aanvraag buiten behandeling zou worden gesteld indien de stukken niet tijdig werden ingediend.
Appellant heeft op 22 januari 2010 wel een aantal stukken overgelegd, maar deze waren niet compleet. Het college heeft vervolgens op 15 februari 2010 besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat appellant niet alle gevraagde documenten had ingediend, waaronder belangrijke financiële gegevens. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit werd door het college ongegrond verklaard op 12 augustus 2010.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het oordeel van de rechtbank juist was. Appellant had de mogelijkheid om uitstel te vragen voor het indienen van de documenten, maar had dit nagelaten. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen en dat er geen reden was om te twijfelen aan de redelijkheid van deze beslissing.
De uitspraak bevestigt dat het niet tijdig en volledig indienen van de benodigde documenten kan leiden tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag voor bijstandsuitkering. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.