ECLI:NL:CRVB:2012:BW2226
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering en de medische beoordeling door het Uwv
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot zijn loonaanvullingsuitkering van de WGA-uitkering, vastgesteld op 45 tot 55% arbeidsongeschiktheid. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die het beroep tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de medische beoordeling van de bezwaarverzekeringsarts als zorgvuldig en juist beoordeeld. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de verzekeringsartsen de beperkingen van appellant op een zorgvuldige manier in kaart hadden gebracht, met inbegrip van de bevindingen van de revalidatiearts kolonel-arts A. van der Meer. De Raad oordeelt dat de brief van de behandelende neuroloog dr. J.A. Carpay geen nieuwe medisch objectiveerbare informatie bevatte die aanleiding zou geven tot het vaststellen van verdergaande beperkingen of een urenbeperking. De Raad bevestigt de geschiktheid van de voorgehouden functies, zoals gereedschapsmaker, inpakker en wikkelaar, en concludeert dat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.