ECLI:NL:CRVB:2012:BW1085
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- T.L. de Vries
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Toekenning Wet WIA-uitkering en vaststelling dagloon in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de toekenning van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en de vaststelling van het dagloon van betrokkene. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het dagloon van betrokkene correct heeft vastgesteld op € 125,36 per 10 november 2008. Dit besluit was gebaseerd op de wettelijke bepalingen van de Wet WIA en het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen (BDW).
Betrokkene had in zijn bezwaar aangevoerd dat hij niet volledig was voorgelicht door zijn casemanager over de gevolgen van zijn keuze om als zelfstandige te gaan werken. De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het dagloon in strijd met de wettelijke regeling moest worden vastgesteld, omdat betrokkene onvoldoende was geïnformeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd en geoordeeld dat de wetgeving geen ruimte biedt voor een belangenafweging in dit geval. De Raad benadrukte dat de inkomsten van betrokkene als zelfstandige niet bij de berekening van het dagloon betrokken konden worden, omdat deze inkomsten niet als loon in de zin van het BDW worden beschouwd.
De Raad concludeerde dat de strikte toepassing van de wetgeving niet in strijd is met fundamentele rechtsbeginselen, ondanks de onvolledige voorlichting aan betrokkene. De Raad heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor uitvoeringsorganen om zich te houden aan de wettelijke kaders bij de vaststelling van uitkeringen.