ECLI:NL:CRVB:2012:BW0957
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.A. Kooijman
- E.J. Govaers
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Weigering bijstandsuitkering op basis van onvoldoende bewijs van bijstandbehoevendheid en financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een aanvraag om algemene bijstand had ingediend. De aanvraag, die terugging naar 20 maart 2008, werd door het college van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo afgewezen op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad diende te beoordelen of er sprake was van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die de afwijzing konden rechtvaardigen.
De Raad constateerde dat appellant niet in staat was om aan te tonen dat er relevante wijzigingen in zijn omstandigheden waren opgetreden. In het bijzonder werd de vraag gesteld of appellant op de datum van de afwijzing in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. Appellant had onvoldoende duidelijkheid verschaft over de financiële voordelen die hij mogelijk had behaald uit de productie en handel in hennep. Zijn enkele stelling dat hij geen vergoeding had ontvangen voor zijn betrokkenheid bij hennepteelt werd als ontoereikend beschouwd.
De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het college terecht had geweigerd om appellant bijstand te verlenen, omdat hij niet had voldaan aan de bewijslast die op hem rustte. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op bijstandsverlening.