ECLI:NL:CRVB:2012:BW0822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- K.E. Haan
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vergoeding vervoer door het Uwv wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een vervoersvoorziening door betrokkene, die sinds 1981 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en werkzaam is als vakkenvuller bij Albert Heijn. Betrokkene ontving een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (Wamil) en had recht op een vergoeding voor woon-werkverkeer, welke per 1 januari 2009 was ingetrokken. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er sprake was van een dienstbetrekking, maar het Uwv stelde in hoger beroep dat dit niet het geval was. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat betrokkene niet voldoet aan de criteria voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De Raad oordeelde dat de vergoeding die betrokkene ontving te laag was om als loon te worden aangemerkt en dat er geen gezagsverhouding aanwezig was. Hierdoor was de aanvraag voor de vervoersvoorziening terecht afgewezen. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard.