ECLI:NL:CRVB:2012:BW0650
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- J. Brand
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WGA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die zijn WGA-uitkering heeft zien intrekken door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant, werkzaam als productiemedewerker, was sinds 23 mei 2005 arbeidsongeschikt door pijnklachten aan zijn rechter enkel. Hij ontving vanaf 21 mei 2007 een loongerelateerde WGA-uitkering, maar deze werd per 1 december 2009 beëindigd omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt dat de arbeidsongeschiktheid correct was vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om te concluderen dat het medisch onderzoek door de (bezwaar)verzekeringsarts van het Uwv onzorgvuldig was. De Raad onderschreef de bevindingen van de rechtbank en concludeerde dat de appellant, uitgaande van de aangepaste Functionele Mogelijkhedenlijst (FML), in staat was de geduide functies te vervullen. De Raad merkte op dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die de eerdere besluiten konden ondermijnen.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De rechtbank had vastgesteld dat de medische grondslag van het besluit voldoende deugdelijk was en dat de bezwaarverzekeringsartsen adequaat rekening hadden gehouden met de klachten van de appellant. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en bevestigde de aangevallen uitspraak.