ECLI:NL:CRVB:2012:BW0646

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-3880 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam in een hoger beroep inzake sociale zekerheid

Op 14 maart 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die niet ter zitting is verschenen. De zaak betreft een geschil over sociale zekerheid, specifiek onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WWB). De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 mei 2010, waarin de rechtbank de standpunten van appellante heeft beoordeeld. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens ingebracht en heeft enkel herhaald wat zij in eerste aanleg heeft gesteld. De Raad ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de rechtbank heeft gedaan en onderschrijft de overwegingen van de rechtbank. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in de eerdere uitspraak zijn gegeven. De beslissing van de Raad is dat het hoger beroep niet slaagt, en de eerdere uitspraak wordt bevestigd. De griffier van de Centrale Raad van Beroep heeft het proces-verbaal opgemaakt, ondertekend door de griffier en het lid van de enkelvoudige kamer.

Uitspraak

10/3880 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
P R O C E S – V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak op 14 maart 2012
Zitting heeft: mr. H.G. Rottier, lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: K.E. Haan
Uitspraak op het hoger beroep van [appellante], wonende te [woonplaats] (appellante), niet verschenen ter zitting,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 mei 2010, 10/19
(aangevallen uitspraak),
in het geding tussen
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv),
verschenen ter zitting bij gemachtigde mr. W.M.J. Evers.
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
De Raad ziet in hetgeen appellante heeft aangevoerd geen reden anders te oordelen dan de rechtbank heeft gedaan. De Raad onderschrijft de door de rechtbank gegeven overwegingen en volstaat met een verwijzing daarnaar. Appellante heeft in hoger beroep herhaald wat zij in eerste aanleg heeft gesteld en heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens ingebracht. Het hoger beroep slaagt niet.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier. Het lid van de enkelvoudige kamer.
(get.) K.E. Haan (get.) H.G. Rottier
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep