ECLI:NL:CRVB:2012:BV9848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- J. Brand
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over herziening WAO-uitkering na onvoldoende medisch onderzoek
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 23 maart 2012, wordt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam behandeld. Appellant, die sinds 29 augustus 1996 arbeidsongeschikt is en een WAO-uitkering ontvangt, heeft in 2009 een herziening van zijn uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, met de motivatie dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid minder dan vier weken had geduurd. Appellant is het hier niet mee eens en stelt dat er onvoldoende medisch onderzoek is gedaan naar zijn situatie, met name naar de periode voor zijn opname in een kuuroord in Duitsland.
De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt niet zorgvuldig genoeg is uitgevoerd. Er is geen persoonlijk onderzoek van appellant geweest door een arts, en alleen dossierstudie is toegepast. Dit is in strijd met de vereisten van de WAO, die voorschrijft dat bij een toename van arbeidsongeschiktheid een herziening moet plaatsvinden. De Raad geeft het Uwv de opdracht om binnen tien weken het gebrek in het besluit te herstellen, waarbij appellant opnieuw medisch moet worden onderzocht.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij herzieningen van uitkeringen en de verplichting van het Uwv om deze zorgvuldigheid in acht te nemen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. Simon als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.