ECLI:NL:CRVB:2012:BV9393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandartskosten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de afwijzing van hun aanvraag voor bijzondere bijstand voor tandartskosten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht. De aanvraag werd oorspronkelijk ingediend op 13 juni 2008, maar werd afgewezen op 22 juli 2008. Het college verklaarde het bezwaar van appellanten tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 18 december 2008. De rechtbank Maastricht heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit op 10 februari 2010 ongegrond verklaard, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
Appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D. Osmic, voerden aan dat er zeer dringende redenen waren voor het toekennen van bijzondere bijstand, zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet werk en bijstand (WWB). Zij stelden dat zij in financiële problemen verkeerden door schulden die voortkwamen uit een onrechtmatige inval van de sociale recherche in 2006, wat hen had gedwongen om van twee uitkeringen naar één bijstandsuitkering te gaan. Hierdoor konden zij geen aanvullende ziektekostenverzekering afsluiten en hadden zij geen toegang tot tandheelkundige zorg.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de door appellanten aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een acute noodsituatie. De Raad bevestigde dat de aanvraag om bijzondere bijstand terecht was afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de behoeftige omstandigheden op geen enkele andere wijze konden worden verholpen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.