ECLI:NL:CRVB:2012:BV8193
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Toekenning van Wajong-uitkering en de beoordeling van bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om de toekenning van een Wajong-uitkering aan appellant, die een aanvraag had ingediend op 6 oktober 2006. Appellant, geboren op 16 april 1974, had sinds 1 april 1994 te maken met arbeidsongeschiktheid en stelde dat hij vanwege zijn schizofrenie niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had de aanvraag aanvankelijk afgewezen, maar later, op 31 mei 2010, het bezwaar van appellant gegrond verklaard en hem een Wajong-uitkering toegekend met terugwerkende kracht tot 6 oktober 2005, zijnde één jaar voor de aanvraagdatum. Appellant was van mening dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum van de uitkering rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellant verworpen. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het Uwv hadden moeten dwingen om de uitkering met meer dan één jaar terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad baseerde zich op vaste jurisprudentie, waarin is vastgesteld dat een bijzonder geval zich voordoet wanneer iemand door medische of psychische problemen niet in staat is om tijdig een aanvraag in te dienen. De Raad concludeerde dat appellant, ondanks zijn psychische problemen, in staat was om verschillende acties te ondernemen, zoals inschrijving bij uitzendbureaus en het aanvragen van een bijstandsuitkering. Dit wijst erop dat hij niet redelijkerwijs in verzuim was geweest met betrekking tot de aanvraag van de Wajong-uitkering.
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond had verklaard, werd door de Raad bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd openbaar gedaan op 7 maart 2012.