ECLI:NL:CRVB:2012:BV8155
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de korting op zones voor collectief vervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
Op 23 januari 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De zaak betreft de toepassing van een korting van 25% op het aantal zones voor collectief vervoer voor een betrokkene die gebruik kan maken van een scootmobiel. Het college had op 16 februari 2010 besloten om deze korting toe te passen, maar het bezwaar van de betrokkene tegen dit besluit werd door het college ongegrond verklaard. De rechtbank Almelo heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de beoordeling van de rechtbank onderschreven. De Raad oordeelde dat er geen grondslag is voor het toepassen van de korting, zoals vastgelegd in de Verordening maatschappelijke ondersteuning (Vmo) en het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo). Het college had gesteld dat er wel een grondslag zou zijn in een besluit van 19 december 2006, maar de Raad oordeelde dat dit besluit niet op kenbare wijze was gepubliceerd en daarom niet kon worden ingeroepen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van het college niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep, die zijn begroot op € 906,12, inclusief rechtsbijstand en reiskosten. Het griffierecht voor het college werd vastgesteld op € 454,--. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de vervoersbehoefte van Wmo-gerechtigden door de gemeente.