ECLI:NL:CRVB:2012:BV8150
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Toekenning aanvulling Wajong-uitkering en recht op eerdere ingang
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat appellant geen recht heeft op een eerdere ingang van een aanvulling op zijn Wajong-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 maart 2012 uitspraak gedaan in deze kwestie. Appellant had eerder een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ontvangen, waarin hem werd meegedeeld dat hij met ingang van 6 oktober 2005 recht had op een aanvulling op zijn Wajong-uitkering. Dit besluit werd door het Uwv bij een later besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep van appellant bij de rechtbank.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging. Hij voerde aan dat zijn Wajong-uitkering ten onrechte niet eerder dan per 6 oktober 2005 was toegekend, en dat hij door zijn medische en sociale omstandigheden niet in staat was om eerder een aanvraag in te dienen. De Raad overwoog dat, op basis van de Invoeringswet Stelselherziening Sociale Zekerheid, appellant recht heeft op een verhoging van zijn uitkering, maar alleen vanaf de datum waarop zijn uitkering is toegekend.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om af te wijken van de eerdere beslissing en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 maart 2012.