ECLI:NL:CRVB:2012:BV8092
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van een commercieel directeur na ziekmelding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellante die haar Ziektewet (ZW)-uitkering betwist. Appellante, die laatstelijk werkzaam was als commercieel directeur, meldde zich op 23 mei 2009 ziek met klachten aan bekken en rug. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 20 juli 2009 besloten dat appellante geen recht meer had op een ZW-uitkering, omdat zij niet meer ongeschikt werd geacht voor haar werk. Dit besluit werd in een later bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat er voldoende medische gegevens waren om de beperkingen van appellante te beoordelen.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij meer beperkt is dan het Uwv heeft aangenomen en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de specifieke belasting van haar werk. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen. De Raad concludeert dat appellante, ondanks haar klachten, in staat is haar eigen werk te verrichten. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af. Er zijn geen proceskosten aan de uitspraak verbonden.