ECLI:NL:CRVB:2012:BV7677

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-6640 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) wegens gebrek aan verzekering

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 3 november 2010 haar beroep tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaarde. De Svb had op 25 januari 2010 de aanvraag van appellante voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) afgewezen, omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden op 12 oktober 2009 niet verzekerd was voor de ANW. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 maart 2012 uitspraak gedaan in deze zaak.

De feiten van de zaak zijn als volgt: appellantes echtgenoot heeft van 7 augustus 1966 tot april 1996 in Nederland gewoond en gewerkt, waarna hij terugkeerde naar Marokko. Hij ontving op dat moment een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die per 1 juli 1999 werd beëindigd. Vanaf die datum ontving hij een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Tot 1 januari 2000 bleef hij verzekerd voor de ANW, maar na deze datum verviel de verplichte verzekering door wijziging van de regelgeving. De echtgenoot heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren.

In het bestreden besluit heeft de Svb overwogen dat appellantes echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW en ook niet als verzekerde kon worden aangemerkt op basis van het Algemeen verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko. Hierdoor was appellante geen nabestaande in de zin van de ANW en had zij geen recht op een nabestaandenuitkering. De rechtbank heeft deze overwegingen onderschreven en het beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten aangetroffen die tot een ander oordeel zouden leiden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en de overwegingen van de Svb. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 maart 2012.

Uitspraak

10/6640 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats], Marokko (appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 november 2010, 10/1996 (aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb).
Datum uitspraak: 2 maart 2012
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Appellante heeft de Raad nog enkele brieven doen toekomen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 februari 2012. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellante heeft een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) in verband met het overlijden van haar echtgenoot op 12 oktober 2009. Bij besluit van
25 januari 2010 heeft de Svb de aanvraag afgewezen op de grond dat appellantes echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.2. Bij het bestreden besluit van 5 maart 2010 heeft de Svb zijn besluit van 25 januari 2010 gehandhaafd. Uit dit besluit blijkt het volgende. Appellantes echtgenoot heeft van 7 augustus 1966 tot april 1996 in Nederland gewoond en/of gewerkt. Daarna is hij teruggekeerd naar Marokko. De echtgenoot ontving op dat moment een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Per 1 juli 1999 is deze uitkering beëindigd. Vanaf die datum ontving de echtgenoot een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Op grond van deze uitkeringen bleef de echtgenoot tot 1 januari 2000 verzekerd voor de ANW. Vanaf deze datum verviel de verplichte verzekering als gevolg van wijziging van de regelgeving. De echtgenoot heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zich vrijwillig te verzekeren.
1.3. In het bestreden besluit is overwogen dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW en evenmin op grond van het Algemeen verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko als verzekerde kon worden aangemerkt. Appellante is derhalve geen nabestaande in de zin van de ANW en heeft geen recht op een nabestaandenuitkering.
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Zij heeft daartoe overwogen dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet voldeed aan de voorwaarden om verzekerd te worden geacht ingevolge de ANW.
3. De Raad komt niet tot een ander oordeel dan de Svb en de rechtbank. Hij volstaat met te verwijzen naar de overwegingen in het bestreden besluit en de aangevallen uitspraak. De Raad onderschrijft deze overwegingen. In hoger beroep zijn geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht.
4. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 maart 2012.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) I.J. Penning.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip verzekerde.
GdJ