ECLI:NL:CRVB:2012:BV7648
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WAO-uitkering na overschrijding bezwaartermijn
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een WAO-uitkering aan appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de rechtbank Rotterdam in haar eerdere uitspraak op 26 augustus 2010 werd bevestigd. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het intrekkingsbesluit, maar dit bezwaar werd pas na de bezwaartermijn van zes weken ingediend. De Raad oordeelde dat het Uwv appellante terecht niet-ontvankelijk had verklaard in haar bezwaren tegen het intrekkingsbesluit, omdat er geen dringende redenen waren die aan de terugvordering in de weg stonden. De Raad benadrukte dat appellante niet tijdig had gereageerd op het intrekkingsbesluit en dat haar brief van 4 augustus 2009, waarin zij bezwaar maakte, niet als zodanig kon worden aangemerkt. De Raad bevestigde dat de hoogte van de terugvordering, die in totaal € 10.497,08 bedroeg, niet in geschil was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en de zitting vond plaats op 20 januari 2012, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. drs. M.J.G. Schroeder, en het Uwv door mr. drs. J. Hut.