ECLI:NL:CRVB:2012:BV7527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering en geschiktheid voor eigen arbeid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante, die een Ziektewet (ZW) uitkering ontving na zich ziek te hebben gemeld op 4 juni 2008 vanwege reumatische klachten. Appellante, die als tuinbouwmedewerkster werkte, heeft diverse medische klachten gerapporteerd, waaronder reuma en psychische problemen. De verzekeringsarts concludeerde op 7 april 2009 dat appellante weer geschikt was voor haar eigen werk, wat leidde tot de beëindiging van haar ZW-uitkering per 13 april 2009. Appellante ging in bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde haar bezwaar ongegrond op 28 april 2009. De rechtbank 's-Gravenhage bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 31 maart 2010, waarop appellante hoger beroep aantekende.
Tijdens de zitting op 18 januari 2012 werd appellante bijgestaan door haar advocaat, mr. A. Bozbey, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. W. de Rooy-Bal. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat appellante geen nieuwe relevante argumenten had aangedragen die de eerdere oordelen konden weerleggen. De Raad volgde de eerdere conclusies van de verzekeringsartsen en de bezwaarverzekeringsarts, die stelden dat appellante in staat was haar eigen arbeid te verrichten. De Raad oordeelde dat er geen twijfel bestond over de geschiktheid van appellante voor haar eigen werk, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door M. Greebe, in tegenwoordigheid van N.S.A. El Hana als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 29 februari 2012.