ECLI:NL:CRVB:2012:BV3870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in Marokko woont. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 mei 2011, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond was verklaard. Het Uwv had eerder het bezwaar van de appellant tegen een besluit van 15 juli 2008 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.
Tijdens de zitting op 21 december 2011 was de appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. J. Dijkstra. De Raad overwoog dat de rechtbank de gronden van de appellant, die in hoger beroep opnieuw naar voren waren gebracht, afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze gronden niet slagen. De appellant had geen nieuwe argumenten aangedragen die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep geen doel trof. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in aanwezigheid van griffier L. van Eijndthoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.