ECLI:NL:CRVB:2012:BV3682
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geen recht op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar geen recht op een WIA-uitkering toekende, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad heeft overwogen dat de mogelijkheden van appellante niet zijn overschat en dat haar oogproblematiek nauwelijks hinder geeft bij een normale leesafstand. De Raad heeft de medische gegevens en rapporten van de oogarts en bezwaarverzekeringsarts in overweging genomen, maar concludeert dat er geen voldoende onderbouwing is voor de stelling dat appellante op de datum in geding niet in staat was de haar voorgehouden functies te verrichten. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige in te schakelen, aangezien de medische beschouwingen van de verzekeringsartsen als juist zijn beoordeeld.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante, ondanks haar klachten, in staat was om de werkzaamheden te verrichten die haar werden voorgehouden. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn gehoord tijdens de zitting.