ECLI:NL:CRVB:2012:BV3481
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam inzake uitkering op basis van de Werkloosheidswet
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.J. Borghuis, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 februari 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Werkloosheidswet (WW). De Raad heeft vastgesteld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in een eerdere beslissing op bezwaar van 4 oktober 2011 geheel aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Dit volgde op een tussenuitspraak van de Raad van 10 augustus 2011, waarin het Uwv was opgedragen een gebrek in een eerder besluit te herstellen.
Appellant heeft op 7 december 2011 het hoger beroep ingetrokken, maar verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv. De Raad heeft, met toestemming van partijen, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten. De Raad heeft overwogen dat op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in deze zaak in de kosten van appellant moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 2.162,--, te betalen aan de griffier van de Raad.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters G.A.J. van den Hurk en A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2012, en betreft de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep.