ECLI:NL:CRVB:2012:BV2534
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- B.J. van de Griend
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar die door het dagelijks bestuur van een stadsdeel is ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. De appellant, werkzaam als chauffeur grofvuil, heeft op 6 januari 2010 van een burger € 55,- ontvangen voor het ophalen van grof vuil, maar heeft dit bedrag niet afgedragen aan het stadsdeel. Dit leidde tot een disciplinaire straf van ontslag, opgelegd op 24 maart 2010, op basis van artikel 13.6 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam. De appellant heeft aanvankelijk ontkend het geld te hebben aangenomen, maar later erkend het bedrag wel contant te hebben ontvangen. Het dagelijks bestuur handhaafde het ontslagbesluit na bezwaar van de appellant.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. De Raad concludeert dat de appellant zeer ernstig plichtsverzuim heeft gepleegd door geld onder zich te houden dat bestemd was voor de overheid en door hierover een onjuiste verklaring af te leggen. Dit heeft het vertrouwen van het dagelijks bestuur in de appellant ernstig geschaad.
De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur bevoegd was om tot strafontslag over te gaan en dat deze straf niet onevenredig zwaar is in verhouding tot de ernst van het plichtsverzuim. De persoonlijke omstandigheden van de appellant zijn niet van doorslaggevend belang. Het hoger beroep van de appellant slaagt niet, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.Th. Wolleswinkel als voorzitter en B.J. van de Griend en G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als leden, in aanwezigheid van griffier J.M. Tason Avila.