ECLI:NL:CRVB:2012:BV2373

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2157 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van AOW-pensioen en ontvankelijkheid van het beroepschrift

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant, die in Curaçao woont, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de toekenning van een AOW-pensioen door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontving aanvankelijk een pensioen van 18% van het maximale AOW-bedrag, maar na bezwaar werd dit verhoogd naar 20%. Appellant heeft echter zijn beroepschrift te laat ingediend, wat door zowel de rechtbank als de Raad is vastgesteld. Ondanks dat er enkele onjuistheden in de aangevallen uitspraak stonden, zijn deze niet voldoende om het beroep ontvankelijk te verklaren. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen verschoonbare reden is voor de termijnoverschrijding en dat appellant in hoger beroep geen relevante gronden heeft aangevoerd. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam is dan ook bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de Svb te veroordelen in de proceskosten.

Uitspraak

11/2157 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] Curaçao (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 maart 2011, 10/6020
(hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank(hierna: Svb).
Datum uitspraak: 3 februari 2012

I.PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 december 2011. Appellant is daarbij - met bericht van verhindering - niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes.

II.OVERWEGINGEN

1.1. Bij besluit van 24 juli 2009 heeft de Svb aan appellant medegedeeld dat hij met ingang van maart 2010 een pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) ontvangt van 18% van het maximale AOW-bedrag.
1.2. Bij beslissing op bezwaar van 22 december 2009 (bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar tegen het besluit van 24 juli 2009 gegrond verklaard en aan appellant een
AOW-pensioen toegekend van 20% van het maximale bedrag aan AOW-pensioen.
1.3. Bij brief van 20 oktober 2010, door de rechtbank Breda ontvangen op
29 oktober 2010, heeft appellant beroep ingesteld. De rechtbank Breda heeft dit beroepschrift met toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht doorgezonden aan de rechtbank Amsterdam.
2.
Bij de aangevallen uitspraak is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat appellant het beroepschrift niet tijdig heeft ingediend en dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar kan worden geacht.
3.
Appellant heeft in hoger beroep gewezen op enkele fouten in de aangevallen uitspraak en voorts dat het uitzendbureau [naam uitzendbureau] voor welk bureau hij vroeger heeft gewerkt, zijn pensioenaanspraken niet goed heeft geregeld.
4.
De Raad overweegt als volgt.
4.1.
De Raad is, evenals de rechtbank, van oordeel dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Aan appellant kan worden toegegeven dat in de aangevallen uitspraak enkele data onjuist zijn vermeld, doch deze verschrijvingen geven geen aanleiding het beroep van appellant ontvankelijk te verklaren. Van een verschoonbare overschrijding van de termijn is ook de Raad niet gebleken. Appellant heeft voorts in hoger beroep geen gronden naar voren gebracht die voor de onderhavige beoordeling van belang zijn.
4.2.
Het onder 4.1 overwogene leidt tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen aanleiding.

III.BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van H.L. Schoor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 februari 2012.
(get.) J.P.M. Zeijen.
(get.) H.L. Schoor.
TM