ECLI:NL:CRVB:2012:BV1989
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep wegens verleende rechtsbijstand door neef van appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had in haar uitspraak van 20 mei 2010 het beroep van appellante gegrond verklaard, maar geen proceskostenveroordeling uitgesproken. Appellante, bijgestaan door haar neef mr. J.G. Wattilete, stelde dat er wel degelijk sprake was van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, ondanks de nauwe familierelatie. De Raad oordeelde dat de relatie tussen appellante en haar raadsman niet zodanig nauwe was dat dit de beroepsmatige rechtsbijstand in de weg stond. De Raad benadrukte dat Wattilete als advocaat optrad en niet tot het huishouden van appellante behoorde. Hierdoor werd het hoger beroep van appellante gegrond verklaard en werd de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze geen proceskostenveroordeling bevatte. De Raad veroordeelde het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal op € 759,-- werden vastgesteld, inclusief het griffierecht van € 111,--. Deze uitspraak bevestigt het belang van professionele rechtsbijstand, ook wanneer deze wordt verleend door een familielid, mits de relatie niet te nauwe is.