ECLI:NL:CRVB:2012:BV1037
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- O.L.H.W.I. Korte
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan actueel procesbelang
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin haar beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht ongegrond werd verklaard. De appellante ontvangt sinds 1 augustus 1985 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was tot 1 mei 2008 ontheven van bepaalde arbeidsverplichtingen. Na een medisch en arbeidskundig onderzoek heeft het College haar opnieuw ontheven van deze verplichtingen tot en met 8 november 2008. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het College, dat haar ontheffing van arbeidsverplichtingen verlengde, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak vastgesteld dat appellante geen actueel procesbelang heeft bij de beoordeling van haar hoger beroep. Dit is gebaseerd op het feit dat de ontheffing van haar arbeidsverplichtingen inmiddels is verlengd tot 27 juli 2009, waardoor de uitkomst van het hoger beroep geen feitelijke betekenis meer voor haar heeft. De Raad heeft benadrukt dat voor het bestaan van procesbelang vereist is dat het resultaat van het hoger beroep daadwerkelijk kan worden bereikt en van betekenis is voor de indiener. Aangezien er geen schade is geleden door appellante als gevolg van het eerdere besluit, heeft de Raad geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken. Er is geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.