ECLI:NL:CRVB:2011:BV0014
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijzondere bijstand en noodsituaties in het kader van tandheelkundige kosten
In deze zaak gaat het om de toekenning van bijzondere bijstand aan appellant voor tandheelkundige kosten. Appellant had op 29 mei 2009 bijzondere bijstand aangevraagd ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van een tandheelkundige behandeling, die in totaal € 1.711,50 bedroeg. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen heeft de aanvraag afgewezen op 5 augustus 2009, omdat appellant niet voor de goedkoopste en meest adequate oplossing had gekozen. Na bezwaar heeft het College op 13 november 2009 een vergoeding van € 700,-- toegekend, maar stelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een hogere vergoeding rechtvaardigden.
Appellant heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld. Hij betoogde dat er wel sprake was van een noodsituatie, zoals blijkt uit de verklaring van zijn tandarts en de ingediende declaraties. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het College in overeenstemming met het buitenwettelijk begunstigend beleid heeft gehandeld door de tandartskosten tot het maximumbedrag van € 700,-- te vergoeden. De Raad oordeelde dat de informatie van de tandarts geen aanknopingpunten bood voor het oordeel dat er bij appellant sprake was van een noodsituatie die een volledige vergoeding rechtvaardigde.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin het beroep van appellant gegrond was verklaard, maar de beslissing van het College om slechts € 700,-- te vergoeden werd gehandhaafd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 27 december 2011.