ECLI:NL:CRVB:2011:BU9252
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- J. Brand
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel betaalde WAO-uitkering zonder dringende redenen
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een te veel betaalde WAO-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die in hoger beroep ging tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, betwistte de terugvordering van een bedrag van € 7.730,71. Dit bedrag was door het Uwv aan haar betaald, terwijl zij daar geen recht op had. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en het Uwv handhaafde zijn besluit om het bedrag terug te vorderen. Appellante voerde aan dat zij in de waan was gelaten dat haar uitkering correct was en dat de terugvordering onrechtvaardig was, gezien haar inspanningen om te verifiëren of de hoogte van haar uitkering klopte.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de rechtbank artikel 57, eerste lid, van de WAO correct had uitgelegd. Dit artikel verplicht het Uwv om het volledige bedrag terug te vorderen, ongeacht de schuld van de betrokkene. De Raad stelde vast dat de omstandigheden die appellante aanvoerde, zoals haar herhaalde contacten met het Uwv, niet relevant waren voor de verplichting tot terugvordering. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, zoals bedoeld in artikel 57, vierde lid, van de WAO. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 december 2011.