ECLI:NL:CRVB:2011:BU9005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- M.C. Bruning
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake afwijzing sollicitatie en geschiktheid van kandidaten in ambtenarenrechtelijke context
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 15 december 2011, wordt het hoger beroep van appellant behandeld tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond. Appellant, werkzaam als groepsfunctionaris C bij de Belastingdienst/Limburg, had gesolliciteerd naar een hogere functie (groepsfunctie E). De selectiecommissie had appellant geschikt bevonden, maar er waren meer geschikte kandidaten dan beschikbare functies. Hierdoor werd appellant bij besluit van 4 november 2009 meegedeeld dat hij niet op een vacante functie zou worden geplaatst. Na bezwaar werd deze afwijzing gehandhaafd door de staatssecretaris van Financiën. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond.
In hoger beroep betwist appellant zijn indeling in categorie 3 van geschiktheid, en stelt dat zijn opleiding tot Certified Novell Engineer (CNE) gelijkwaardig is aan een MBO-4-opleiding, wat hem recht zou geven op plaatsing in categorie 2. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat de CNE-opleiding niet erkend is en daarom niet kan worden aangemerkt als een opleiding die qua niveau overeenkomt met de vereisten voor de functie. De Raad overweegt dat het bestuursorgaan keuzevrijheid heeft, maar dat er wel inzicht en onderbouwing moet worden gegeven voor de gemaakte keuze.
De Raad concludeert dat het standpunt van de staatssecretaris dat alleen erkende opleidingen als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd, niet volledig onderbouwd is. De Raad draagt de staatssecretaris op om binnen twaalf weken het zorgvuldigheidsgebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de geschiktheid van kandidaten in sollicitatieprocedures binnen de publieke sector.