ECLI:NL:CRVB:2011:BU7744

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-1723 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op basis van medische noodzaak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand werd afgewezen. Appellant had op 20 april 2009 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van tandheelkundige behandelingen, waaronder vier implantaten met kronen en een botopbouw, ter waarde van € 8.000,-- tot € 9.000,--. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft deze aanvraag op 3 juni 2009 afgewezen, omdat er volgens hen geen medische noodzaak was voor de behandeling. Dit besluit was gebaseerd op een medisch advies van tandarts M.G.J. ter Meulen, die stelde dat een goed uitgevoerde frame-prothese een adequaat en goedkoper alternatief was.

Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de kosten van de voorgestelde behandeling noodzakelijk zijn en dat de frameprothese geen alternatief biedt. Hij heeft ook psychische klachten geuit die voortkomen uit de eerder aangemeten frame-prothese. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die noodzakelijke kosten van het bestaan met zich meebrengen, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB).

De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat appellant geen objectieve medische gegevens heeft overgelegd die de noodzaak voor de behandeling onderbouwen. Het hoger beroep is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.

Uitspraak

10/1723 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], voorheen wonende te [woonplaats], (hierna: appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 28 januari 2010, 09/4420 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg (hierna: College)
Datum uitspraak: 6 december 2011
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. E.M.A. Leijser, advocaat te Tilburg, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2011. Voor appellant is verschenen mr. Y.E.Y. Vermeulen, kantoorgenoot van mr. Leijser. Het College heeft zich, zoals vooraf bericht, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Appellant ontving ten tijde in geding bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande.
1.2. Op 20 april 2009 heeft appellant een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend voor de kosten van vier implantaten met kronen en een botopbouw, voor een bedrag van € 8.000,-- tot € 9.000,--. Het College heeft deze aanvraag bij besluit van 3 juni 2009 afgewezen, op de grond dat er voor appellant geen medische noodzaak aanwezig is voor de desbetreffende behandeling. Het College heeft zich daarbij gebaseerd op een medisch advies van tandarts M.G.J. ter Meulen van 25 mei 2009. Deze stelt - samengevat - dat in het geval van appellant een goed uitgevoerde frame-prothese als een adequaat (en goedkoper) alternatief volstaat.
1.3. Bij besluit van 13 augustus 2009 heeft het College het bezwaar tegen het besluit van 3 juni 2009 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van
13 augustus 2009 ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de kosten die voortvloeien uit de door hem voorgestelde tandheelkundige behandeling noodzakelijk zijn en dat een frameprothese geen alternatief is. Tevens stelt appellant dat hij psychische klachten ervaart als gevolg van een in het verleden aangemeten frame-prothese.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. In artikel 35, eerste lid, van de WWB is bepaald dat, onverminderd paragraaf 2.2, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijstand voor zover deze niet beschikt over middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het College niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover deze niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm.
4.2. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de WWB. Ook naar het oordeel van de Raad heeft het College zich daarbij kunnen en mogen baseren op het weloverwogen advies van tandarts Ter Meulen. Van de zijde van appellant zijn geen objectieve medische gegevens in het geding gebracht die duiden op een noodzaak voor appellant tot het plaatsen van implantaten en kronen. Zijn standpunt dat hij psychische klachten heeft als gevolg van een in het verleden aangemeten frame-prothese heeft appellant evenmin met objectieve medische gegevens onderbouwd.
4.3. Uit het voorgaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham als voorzitter en R.H.M. Roelofs en B.J. van der Net als leden, in tegenwoordigheid van J. de Jong als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 december 2011.
(get.) A.B.J. van der Ham.
(get.) J. de Jong.
HD