ECLI:NL:CRVB:2011:BU7744
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- R.H.M. Roelofs
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op basis van medische noodzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand werd afgewezen. Appellant had op 20 april 2009 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van tandheelkundige behandelingen, waaronder vier implantaten met kronen en een botopbouw, ter waarde van € 8.000,-- tot € 9.000,--. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft deze aanvraag op 3 juni 2009 afgewezen, omdat er volgens hen geen medische noodzaak was voor de behandeling. Dit besluit was gebaseerd op een medisch advies van tandarts M.G.J. ter Meulen, die stelde dat een goed uitgevoerde frame-prothese een adequaat en goedkoper alternatief was.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de kosten van de voorgestelde behandeling noodzakelijk zijn en dat de frameprothese geen alternatief biedt. Hij heeft ook psychische klachten geuit die voortkomen uit de eerder aangemeten frame-prothese. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die noodzakelijke kosten van het bestaan met zich meebrengen, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB).
De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat appellant geen objectieve medische gegevens heeft overgelegd die de noodzaak voor de behandeling onderbouwen. Het hoger beroep is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.