ECLI:NL:CRVB:2011:BU7432
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- J.R. Baas
- Rechtspraak.nl
Weigering van een WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en psychische klachten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin zijn beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering door het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant had zich op 12 juli 2007 ziek gemeld vanwege psychische klachten en had een uitkering op grond van de Wet WIA aangevraagd. De verzekeringsarts van het Uwv had appellant onderzocht en op basis van de bevindingen van psychiater R.L. Leta een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld. De arbeidsdeskundige concludeerde dat er functies beschikbaar waren die overeenkwamen met de FML, en dat appellant een verlies aan verdiencapaciteit had van 17% ten opzichte van zijn vorige functie als heftruckchauffeur.
Het Uwv weigerde op 15 september 2009 de WIA-uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een bezwaarprocedure handhaafde het Uwv deze weigering, waarbij de datum van de beslissing werd gecorrigeerd. In hoger beroep betwistte appellant dat hij de aan hem voorgehouden functies kon vervullen, met de stelling dat zijn psychische en lichamelijke klachten dit belemmerden.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat er uitgebreid onderzoek was gedaan naar de psychische klachten van appellant en dat de beperkingen die door psychiater Leta waren aangegeven, adequaat waren verwerkt in de FML. De Raad concludeerde dat de arbeidsmogelijkheden van appellant niet waren overschat en dat er geen medische gegevens waren aangedragen die dit zouden ondersteunen. De belasting van de functies kwam overeen met de FML, en eventuele afwijkingen waren voldoende toegelicht door de bezwaararbeidsdeskundige. Het hoger beroep werd verworpen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.