ECLI:NL:CRVB:2011:BU6608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning langdurigheidstoeslag na nieuw besluit op bezwaar
In deze zaak gaat het om de toekenning van een langdurigheidstoeslag aan appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 november 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat was ingesteld door appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.F.M. Gulickx. De zaak volgde op een tussenuitspraak van een meervoudige kamer van de Raad van 2 augustus 2011, waarin werd vastgesteld dat het eerdere besluit van de Commissie Sociale Zekerheid van de gemeente Breda van 29 december 2008, waarbij de aanvraag voor de langdurigheidstoeslag was afgewezen, niet deugde. Na deze tussenuitspraak heeft de Commissie op 12 september 2011 een nieuw besluit genomen, waarbij aan appellant een langdurigheidstoeslag van € 486,-- werd toegekend.
Appellant was van mening dat de hoogte van de toegekende langdurigheidstoeslag te laag was en dat de Commissie dit onvoldoende had gemotiveerd. De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de Commissie de langdurigheidstoeslag correct heeft vastgesteld, conform de geldende wetgeving voor het jaar 2008. De Raad heeft de argumenten van appellant verworpen en geoordeeld dat het besluit van 12 september 2011 in overeenstemming was met de wet. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep tegen het besluit van 29 december 2008 gegrond verklaard, terwijl het beroep tegen het besluit van 12 september 2011 ongegrond werd verklaard.
Daarnaast heeft de Raad de Commissie veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.518,--, en heeft de Commissie het griffierecht van in totaal € 149,-- aan appellant vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.