ECLI:NL:CRVB:2011:BU4836

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-3485 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van een beroepschrift inzake de Wet werk en bijstand

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 26 augustus 2010, maar haar beroepschrift was pas op 21 oktober 2010 door de rechtbank ontvangen, terwijl de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 7 oktober 2010 was geëindigd.

Appellante voerde aan dat zij het beroepschrift tijdig ter post had bezorgd en dat er problemen waren bij de postverwerking door TNT Post. De Raad overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en dat deze termijn was aangevangen op 27 augustus 2010. De Raad stelde vast dat het beroepschrift niet voor het einde van de termijn was ontvangen en ook later dan een week na afloop van de termijn was ontvangen. Appellante had geen verifieerbare gegevens overgelegd die haar stelling konden onderbouwen dat er problemen waren bij TNT Post.

De Raad concludeerde dat het betoog van appellante niet slaagde en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroepschrift niet-ontvankelijk was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder ECLI:NL:CRVB:2011:BU4836.

Uitspraak

11/3485 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2010, 10/4172 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse (hierna: College)
Datum uitspraak: 8 november 2011
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft E.C. Read hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 september 2011. Appellante is verschenen, bijgestaan door Read. Het College heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Bij besluit van 26 augustus 2010, verzonden op diezelfde dag, heeft het College het bezwaar van appellante tegen een besluit van 27 mei 2010 op grond van de Wet werk en bijstand ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2010 niet-ontvankelijk verklaard wegens, niet verschoonbare, overschrijding van de beroepstermijn.
3. Appellante heeft in hoger beroep, samengevat, het volgende tegen de aangevallen uitspraak aangevoerd. De rechtbank heeft niet onomstotelijk bewezen dat er een veel later poststempel op de enveloppe van het beroepschrift staat en zij de brief te laat ter post heeft bezorgd. In 2010 hebben er veel reorganisaties bij TNT Post plaatsgevonden, terwijl bekend is dat poststukken vaak verkeerd worden afgeleverd en blijven liggen. Zij mag niet de dupe worden van fouten die kennelijk door TNT Post zijn gemaakt. Appellante is voorts uitgebreid inhoudelijk ingegaan op de besluitvorming van het College.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. Ingevolge artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Op grond van artikel 6:8, eerste lid, van de Awb vangt de termijn aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Ingevolge artikel 3:41, eerste lid, van de Awb geschiedt de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht door toezending of uitreiking aan hen. In artikel 6:9, eerste lid, van de Awb is bepaald dat een bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Op grond van artikel 6:9, tweede lid, van de Awb is een beroepschrift bij verzending per post tijdig ingediend, indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
4.2. De Raad stelt het volgende vast. De termijn voor het instellen van beroep is aangevangen op 27 augustus 2010 en is geëindigd op 7 oktober 2010. De rechtbank heeft het beroepschrift, gedateerd 30 september 2010, op 21 oktober 2010 ontvangen. Dit betekent dat het beroepschrift niet voor het einde van de termijn en ook later dan een week na afloop van die termijn is ontvangen. Het beroepschrift is derhalve te laat ingediend.
4.3. Ingevolge artikel 6:11 van de Awb blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
4.4. Het betoog van appellante dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, nu zij het beroepschrift tijdig ter post heeft bezorgd en er kennelijk bij TNT Post fouten zijn gemaakt, slaagt niet. Aangezien op de, in hoger beroep door de rechtbank toegestuurde, kopie van de enveloppe waarin het beroepschrift is verzonden, een poststempel is geplaatst met een datum van na de laatste dag van de beroepstermijn, te weten 20 oktober 2010, ligt het op de weg van appellante aannemelijk te maken dat het beroepschrift op een eerdere datum dan het poststempel vermeldt en wel uiterlijk op de laatste dag van de termijn ter post is bezorgd. Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij het beroepschrift tijdig ter post heeft bezorgd en evenmin dat de te late ontvangst van het beroepschrift door de rechtbank te wijten is aan fouten van TNT Post. De Raad wijst er in dit verband nog op dat appellante geen verifieerbare en objectiveerbare gegevens heeft overgelegd, waaruit blijkt dat zich ten tijde hier van belang problemen bij de postverwerking door TNT Post hebben voorgedaan.
4.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Dit brengt tevens mee dat aan de inhoud van de besluitvorming door het College niet wordt toegekomen.
5. Er is geen grond voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door E.J.M. Heijs, in tegenwoordigheid van M.C. Nijholt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 november 2011.
(get.) E.J.M. Heijs.
(get.) M.C. Nijholt.
KR