ECLI:NL:CRVB:2011:BU3409

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-7027 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2011 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 november 2010, maar zijn beroep werd op 24 juni 2011 niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant heeft geen verklaring gegeven voor het niet betalen van het griffierecht en is niet verschenen op de zitting van 27 september 2011. De Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het verzuim appellant niet kan worden verweten. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

Uitspraak

10/7027 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko), (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 november 2010, 10/3003 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 1 november 2011
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 24 juni 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 24 juni 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 27 september 2011, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 24 juni 2011 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 31 januari 2011 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heeft appellant geen verklaring gegeven voor het feit dat hij het griffierecht niet heeft betaald.
Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat het verzuim appellant niet kan worden verweten, moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 november 2011.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
JL
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons, en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 1 novembre 2011.