ECLI:NL:CRVB:2011:BU3369
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- K.E. Haan
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en beoordeling medische situatie appellant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 6 augustus 2010, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in dit besluit van 13 mei 2009 vastgesteld dat appellant met ingang van 9 januari 2009 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Appellant, die van mening is dat zijn beperkingen zijn onderschat, heeft hoger beroep ingesteld en stelt dat hij recht heeft op een IVA-uitkering, die hem later is toegekend per 31 maart 2011.
Tijdens de zitting op 30 september 2011 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. P.C.P. Veldman. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 4 november 2011 geoordeeld dat de rechtbank de gronden van appellant op een inzichtelijke wijze heeft besproken en dat de toekenning van de WGA-uitkering niet op een onjuiste beoordeling berust. De Raad heeft vastgesteld dat de medische situatie van appellant, zoals deze was op het moment van de beslissing van het Uwv, correct is beoordeeld en dat er geen wettelijke verplichting was voor de rechtbank om vragen te stellen of een inhoudelijk debat te voeren.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant geen doel treft en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters J. Brand en K.E. Haan.