ECLI:NL:CRVB:2011:BU3261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering door onvolledige inlichtingen over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft appellant op 8 april 2010 een aanvraag ingediend voor bijstand als alleenstaande. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen op 29 april 2010, omdat appellant onvolledige inlichtingen heeft verstrekt over zijn woon- en leefsituatie. Appellant weigerde de personalia van zijn vriendin, met wie hij al elf jaar een relatie heeft, kenbaar te maken. Dit leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank Amsterdam verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting op 20 september 2011 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de woon- en leefsituatie van de aanvrager cruciaal is voor de beoordeling van het recht op bijstand. De Raad oordeelde dat appellant niet de nodige duidelijkheid heeft verschaft over zijn situatie, wat een grond voor weigering van de bijstand vormt. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de twijfel van het College over de status van appellant als alleenstaande gerechtvaardigd was, gezien de verklaringen van appellant en de bevindingen van het huisbezoek.
De Raad concludeerde dat appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting heeft gehandeld door de gevraagde gegevens over zijn vriendin niet te verstrekken. Dit leidde tot de bevestiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 1 november 2011.