ECLI:NL:CRVB:2011:BU1421

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/2778 AW + 10/2779 AW + 10/2780 AW + 10/2781 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.A.A.G. Vermeulen
  • J.Th. Wolleswinkel
  • G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroepen inzake bestuursrechtelijke geschillen met betrekking tot de gemeente Capelle aan den IJssel

Op 29 september 2011 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaken 10/2778 AW, 10/2779 AW, 10/2780 AW en 10/2781 AW. De appellanten, bijgestaan door mr. M.J. Gerrits, hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak die hen op 30 maart 2010 was toegezonden. De beroepstermijn liep af op 11 mei 2010, maar het beroepschrift werd pas op 17 mei 2010 door de Raad ontvangen, met een verzendbrief gedateerd op 12 mei 2010. De gemachtigde van de appellanten had op de laatste dag van de termijn geprobeerd het beroepschrift per fax te verzenden, maar dit was niet gelukt. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door mr. J. Dijkgraaf, P. van Genderen en mr. A.A. Lafranca, stelde dat de Raad het beroepschrift niet op tijd had ontvangen en dat de appellanten het risico van een foutieve verzending per telefax dragen. De Raad bevestigde deze lijn van jurisprudentie en oordeelde dat de hoger beroepen niet-ontvankelijk verklaard moesten worden. Tevens werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Raad, met H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter, en de leden J.Th. Wolleswinkel en G.P.A.M. Garvelink-Jonkers. De griffier van de Centrale Raad van Beroep, S. Werensteijn, heeft het proces-verbaal opgemaakt.

Uitspraak

P R O C E S - V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak op 29 september 2011 van de
CENTRALE RAAD VAN BEROEP,
meervoudige kamer,
Zitting hebben:
H.A.A.G. Vermeulen, als voorzitter, J.Th Wolleswinkel en G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als leden
in tegenwoordigheid van griffier S. Werensteijn
10/2778 AW
10/2779 AW
10/2780 AW
10/2781 AW
Beslissing in verband met de onder bovenvermelde nummers bij de Raad geregistreerde gedingen tussen [appellant 1], [appellant 2], [appellant 3] en [appellant 4] (hierna: appellanten), bijgestaan door mr. M.J. Gerrits, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel (hierna: college), vertegenwoordigd door mr. J. Dijkgraaf, P. van Genderen en mr. A.A. Lafranca.
De Raad:
De beslissing luidt: Verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gebaseerd op de volgende overwegingen:
1.1. De aangevallen uitspraak is aan (de gemachtigde van) appellanten toegezonden op 30 maart 2010. De beroepstermijn liep daarom af op 11 mei 2010. Bij zogenoemde verzendbrief met als datum 12 mei 2010 heeft de gemachtigde van appellanten aan de Raad een beroepschrift tegen de aangevallen uitspraak gezonden. Die verzendbrief - en daarmee het beroepschrift - is door de Raad ontvangen op 17 mei 2010. De envelop van de verzendbrief droeg als poststempel 12 mei 2010.
1.2. De gemachtigde van appellanten heeft erop gewezen dat hij tevergeefs twee maal op 11 mei 2010 en tevergeefs twee maal op 12 mei 2010 heeft geprobeerd het beroepschrift per fax aan de Raad te sturen.
1.3. Het college heeft erop gewezen dat de Raad het beroepschrift niet op de laatste dag van de beroepstermijn heeft ontvangen en dat volgens vaste jurisprudentie appellanten in beginsel het risico dragen bij foutieve verzending per telefax op de laatste dag van de beroepstermijn. Het college ziet hier daarom de mogelijkheid van niet-ontvankelijkheid van de hoger beroepen, een aspect van openbare orde.
2. De Raad overweegt naar aanleiding hiervan dat het inderdaad vaste rechtspraak is dat het risico van het niet slagen van het verzenden van een beroepschrift per telefax voor rekening van de afzender van dit bericht komt. De Raad verwijst naar zijn uitspraak van 26 juni 2002, LJN AE5839. Hij ziet geen aanleiding daarover in het geval van appellanten anders te oordelen.
3. De Raad komt daarom tot de slotsom dat de hoger beroepen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.
4. De Raad acht geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 29 september 2011
De griffier, De voorzitter,
(get.) S.Werensteijn (get.) H.A.A.G. Vermeulen
Voor eensluidend afschrift
De griffier van de
Centrale Raad van Beroep