ECLI:NL:CRVB:2011:BU1399
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- M.A. van Amerongen
- Rechtspraak.nl
Herziening van de WAJONG-uitkering en de rol van deskundigen in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2011, gaat het om de herziening van de WAJONG-uitkering van appellante, die sinds 17 april 2001 een uitkering ontving wegens psychische klachten. Het Uwv had de uitkering per 10 december 2007 ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op minder dan 25%. Na bezwaar werd de uitkering opnieuw vastgesteld op 45 tot 55% per dezelfde datum. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, maar appellante ging in hoger beroep.
Tijdens de zittingen werd de deskundige dr. E. van Duijn, psychiater, ingeschakeld om de beperkingen van appellante te beoordelen. Van Duijn concludeerde dat appellante lijdt aan een dysthyme stoornis en een persoonlijkheidsstoornis, en dat haar functionele mogelijkheden op het gebied van concentratie en aandacht beperkt zijn. De bezwaarverzekeringsarts paste de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aan op basis van Van Duijn's bevindingen, waarbij werd vastgesteld dat appellante zich maximaal 20 tot 30 minuten kan concentreren en haar aandacht kan verdelen over een beperkte tijd.
De Raad oordeelde dat de voorgehouden functies, zoals produktiemedewerker en inpakker, binnen de aangepaste FML vielen en dat de belasting in deze functies de functionele mogelijkheden van appellante niet overschreed. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.932,- bedroegen, inclusief griffierechten.