ECLI:NL:CRVB:2011:BU1390
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een WIA-uitkering heeft aangevraagd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 18 augustus 2010. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.W. Weehuizen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht op een WIA-uitkering toekwam, omdat zijn mate van arbeidsongeschiktheid minder was dan 35%.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op 29 juli 2009 een besluit heeft genomen waarin het eerdere besluit van 20 januari 2009 werd gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant zijn eerdere gronden herhaald, waarbij hij aanvoert dat hij volledig arbeidsongeschikt is door psychische beperkingen en dat hij de geduide functies niet kan vervullen vanwege de te zware belasting.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de beperkingen zoals neergelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) juist zijn. De Raad is van oordeel dat de belasting in de functies die aan de schatting ten grondslag liggen, de belastbaarheid van de appellant niet overschrijdt. Daarom heeft de Raad het hoger beroep afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken op 25 oktober 2011.