ECLI:NL:CRVB:2011:BU1379
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische grondslag van het bestreden besluit
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van het Uwv. Appellante, die sinds 20 december 1990 arbeidsongeschikt is, heeft in hoger beroep gesteld dat zij niet beschikt over duurzaam benutbare mogelijkheden en dat haar psychische beperkingen door de bezwaarverzekeringsarts zijn onderschat. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het bestreden besluit op een zorgvuldige en toereikende medische grondslag berustte. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om de medische grondslag van het bestreden besluit te betwisten. De bezwaararbeidsdeskundige heeft de passendheid van de functies die aan het bestreden besluit ten grondslag liggen, voldoende gemotiveerd. De Raad heeft geen aanknopingspunten gevonden in de medische gegevens die de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts zouden ondermijnen. De Raad bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 oktober 2011.