ECLI:NL:CRVB:2011:BU1367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewet-uitkering van een schoonmaker na medische herbeoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die zijn Ziektewet-uitkering (ZW) betwist. Appellant had zich op 4 april 2008 arbeidsongeschikt gemeld vanwege pijn- en gewrichtsklachten, terwijl hij eerder een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontving. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beëindigde op 30 juli 2009 de ZW-uitkering van appellant, omdat hij weer geschikt werd geacht voor zijn werk als schoonmaker van treinstellen. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv handhaafde zijn beslissing na een herbeoordeling door bezwaarverzekeringsarts F.C. Swaan. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de conclusie dat appellant geschikt was voor zijn arbeid, gerechtvaardigd was.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij vanwege zijn klachten niet in staat was om zijn werk te verrichten. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant geen nieuwe medische gegevens had ingebracht ter onderbouwing van zijn standpunt en dat de rechtbank op juiste wijze had geoordeeld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 25 oktober 2011.