ECLI:NL:CRVB:2011:BT7629
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor een bruikleenauto op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht ongegrond heeft verklaard. Appellant had op 14 februari 2008 een aanvraag ingediend voor een voorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), specifiek voor een financiële tegemoetkoming in vervoerskosten en de verstrekking van een bruikleenauto. Het College heeft advies ingewonnen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), waaruit bleek dat appellant, ondanks zijn medische beperkingen, in staat was om onder begeleiding een loopafstand van ongeveer 50 meter te overbruggen. Op basis van dit advies heeft het College de aanvraag voor de bruikleenauto afgewezen, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 oktober 2011 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het College terecht heeft besloten om de aanvraag voor de bruikleenauto af te wijzen. De Raad stelt vast dat er geen bewijs is dat het advies van het CIZ onzorgvuldig tot stand is gekomen of dat de inhoud ervan niet deugdelijk is. Appellant heeft geen overtuigende medische stukken overgelegd die aantonen dat hij niet in staat is om de benodigde afstand naar het collectief vervoer te overbruggen. De Raad concludeert dat het College de gevraagde voorziening terecht heeft geweigerd en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.
De Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen, wat betekent dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft.