ECLI:NL:CRVB:2011:BT6937
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- B.M. van Dun
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en belastingschade
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant de belastingschade van betrokkene onjuist had berekend, omdat de Wajong-uitkering te laat was uitbetaald. Betrokkene had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering op 7 oktober 2005, die met terugwerkende kracht werd toegekend vanaf 7 oktober 2004. De rechtbank oordeelde dat de belastingschade moest worden beoordeeld op basis van de daadwerkelijk ontvangen fiscale loon en niet op basis van het brutoloon. De rechtbank had de appellant opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van haar uitspraak en had de proceskosten van betrokkene vergoed.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd. De Raad oordeelde dat de appellant de belastingschade van betrokkene correct had berekend op basis van de fiscale gegevens van betrokkene. De Raad volgde het standpunt van appellant dat de belastingschade € 2.224,21 bedroeg, en dat betrokkene niet tekort was gedaan. De Raad concludeerde dat de rechtbank onterecht had geoordeeld over de berekening van factor (b) en dat de appellant de Wajong-uitkering over 2004 terecht had toegerekend aan het belastingjaar 2005. De Raad verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.