ECLI:NL:CRVB:2011:BT2526
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling en reiskostenvergoeding in hoger beroep tegen Uwv
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. L.N. Foppen van ARAG Rechtsbijstand, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 28 juli 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 september 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de vergoeding van proceskosten en reiskosten in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Het hoger beroep werd ingetrokken door appellant nadat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 22 maart 2011 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het Uwv geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft vastgesteld dat, gezien de intrekking van het beroep, het Uwv op verzoek van appellant in de proceskosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 644 voor de verleende rechtsbijstand in beroep en € 805 voor de verleende rechtsbijstand in hoger beroep.
Daarnaast heeft de Raad de reiskostenvergoeding voor appellant vastgesteld op € 28,36, die hij heeft moeten maken voor het bezoeken van de door de Raad ingeschakelde deskundige, dr. Th.M. Erwteman. De Raad heeft de beslissing uitgesproken in het openbaar, waarbij het Uwv is veroordeeld tot een totaalbedrag van € 1477,36 aan proceskosten.