ECLI:NL:CRVB:2011:BT1790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek naar psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die geen recht op een WIA-uitkering werd toegekend. Appellant, die als brugwachter werkte, had zich op 5 januari 2007 ziek gemeld terwijl hij een uitkering op basis van de Werkloosheidwet ontving. Na een beoordeling in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) werd vastgesteld dat appellant psychische klachten had, waarvoor hij door verschillende artsen was onderzocht. De arts P. Menco en psychiater R.J.H. Winter hebben rapporten opgesteld waarin de beperkingen van appellant werden vastgelegd in een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Op basis van deze FML concludeerde een arbeidsdeskundige dat appellant nog geschikt was voor verschillende functies, wat leidde tot de beslissing van het Uwv om appellant met ingang van 2 januari 2009 geen recht op WIA-uitkering toe te kennen.
Appellant heeft bezwaar aangetekend tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij door zijn psychische klachten niet in staat was om een functie op de reguliere arbeidsmarkt te vervullen. De Raad heeft echter geoordeeld dat er zorgvuldig onderzoek was gedaan naar de psychische klachten van appellant en dat de medische gegevens onvoldoende steun boden voor zijn standpunt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de beperkingen van appellant niet waren onderschat en dat hij in staat was om de aan hem voorgelegde functies te vervullen. De Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te vergoeden.